Geschiedenis van het onderwijs in Harreveld
Tot het begin van de negentiende eeuw werd er eigenlijk vooral door paters en pastoors onderwijs gegeven aan de heerboeren. Overigens alleen in de wintermaanden, in de zomer was men te druk op het land! Van een schoolgebouw was nog geen sprake.
Rond 1800 wordt er onderwijs gegeven in Harreveld in een klein schooltje nabij een boerderij aan de Rector Hulshofstraat, ter hoogte van de beek. Waarschijnlijk was hier nog geen sprake van een door de overheid erkende school. De eerste onderwijzers waren opgeleid door paters of pastoors en waren naast onderwijzer, ook landbouwer, slachter of timmerman. Lezen, schrijven en cijferen vormde de inhoud van het onderwijs.
In de tweede helft van de negentiende eeuw wordt in het buurdorp Zieuwent een openbare lagere school gebouwd. Veel Harreveldse kinderen maken de gang naar Zieuwent om daar naar school te gaan. In 1888 zijn dat er ruim 60, aanleiding voor enkele Harreveldse ingezetenen om bij de gemeente een verzoek in te dienen om in Harreveld zelf een openbare lagere school te mogen starten. Dit verzoek werd in eerste instantie nog afgewezen, o.a. omdat Harreveld niet eens een eigen pastoor had! Een jaar later echter wordt door de raad toch besloten een openbare lagere school met onderwijswoning te gaan bouwen in Harreveld. Op 30 januari 1890 wordt de school geopend, in het begin met één leerkracht, later dat jaar als tweemansschool. In 1913 telt de school 99 leerlingen. Toch wordt pas in mei 1914 een derde leerkracht aangesteld. Het schoolgebouw wordt intussen te klein. In 1920 wordt het verzoek om twee lokalen te mogen bijbouwen door het ministerie in Den Haag afgewezen.
In augustus 1922 wordt het nieuwe gebouw aan de huidige Kerkstraat betrokken. Het is een school geworden met 4 leslokalen. Naast de school staat de onderwijzerswoning, waar het hoofd der school, dhr. Nijs, zijn intrek neemt. Het is dan nog steeds een openbare lagere school.
Als in 1930 het RK Kerkbestuur aan de gemeenteraad kenbaar maakt dat zij voornemens is een RK school te stichten, wordt overeengekomen de bestaande openbare school daartoe beschikbaar te stellen. Op 1 september 1930 wordt het personeel van de opgeheven openbare lagere school ontslagen en direct door het RK Kerkbestuur herbenoemd aan de Canisiusschool.
Het na-oorlogse onderwijs kabbelde, zoals overal in ons land, weer min of meer rustig voort. In 1946 telde de school 190 leerlingen. Er waren 5 leerkrachten verbonden aan de school. Eind veertiger / begin vijftiger jaren deed het audiovisuele onderwijs zijn intrede op onze school: in het kader van de “ Marshallhulp” die de Verenigde Staten het door de Tweede Wereldoorlog verarmde Europa bood, kreeg de school de beschikking over een projector en een aantal filmstroken om het onderwijs te verlevendigen en te actualiseren.
Harreveld groeide en ook de school ondervond dat aan den lijve. Het gebouw was wederom te klein. Op 1 september 1955 startte de school voor het eerst met zes leerkrachten. Vijf groepen kregen les binnen het bestaande gebouw. Eén groep kreeg les in een houten noodlokaal op het schoolplein. Toen in 1962 de aanbouw van het zesde lokaal gereed was, werd de houten barak verplaatst naar de Looweg ten behoeve van het kleuteronderwijs.
De barak werd omgedoopt tot "De Bijenkorf" en de Harreveldse kleuters kregen hier les, totdat hun stenen schoolgebouw aan de Looweg in 1965 gereed was.
Ook daarna deed dit noodgebouw nog dienst; eerst als tweede kleuterlokaal, maar in het schooljaar 1967/1968 ging het weer richting speelplaats Canisiusschool om daar dienst te doen als noodzakelijk geworden zevende lokaal.
Als tweede kleuterlokaal werd toen het (grotere) houten jeugdgebouw van de kerk gebruikt, totdat in 1965 ook bij de kleuterschool uitbreiding van het stenen schoolgebouw "De Paddestoel" met een tweede lokaal een feit was.
Aan het eind van de jaren zestig werd de noodzaak tot uitbreiding van de school met een zevende lokaal als vervanging van het houten noodlokaal op de speelplaats steeds nijpender. En hoewel de gemeente wel wilde meewerken, liet het Ministerie lang op zich wachten.
In 1972 kwam het fiat van het Ministerie voor de bouw van het zo vurig gewenste zevende lokaal af. Onder invloed van de onderwijsvernieuwingen werd dit een zogeheten speelleerklas ten behoeve van zesjarigen. De bouw was in december 1973 voltooid en toen kon het speel-leren beginnen.
De houten barak op de speelplaats werd in gebruik genomen als handenarbeidlokaal en bleef in trouwe dienst tot de zomer van 1980, toen hij na 25 jaren dienst definitief verwijderd werd.